Voor onze ‘Suus uut Lool’ is het een bijzonder jaar. Ze wordt in juni 50 en is een paar maanden later precies 25 jaar werkzaam in de bakkerij. De hoogste tijd voor een mooi interview. “Ook al win ik een miljoen, ik blijf hier werken tot aan mijn pensioen.”
Suus uut Lool, kennen mensen jou hier ook nog gewoon als Susanne Hetterscheid?
“Haha, dat denk ik niet. In de bakkerij, maar ook alle klanten en vertegenwoordigers kennen mij als Suus.”
Voor het selecte groepje dat jou nog niet kent, stel jezelf even voor.
“Officieel heet ik Susanne Hetterscheid-Rutjes. Geboren en getogen in Loil, getrouwd met Fred en twee kinderen Luuk (21) en Pien (19). Toen ik een jaar of 17 was belde Alie Seegers van de buurtsupermarkt op om te vragen of ik daar in de winkel wilde werken. Ik had het niet zo naar mijn zin op school en zag daar wel een mooie uitweg in. Daarna heb ik nog een paar jaar bij de slagerij in Didam gewerkt en toen ik een jaar of 25 was ben ik bij Paul en Mirjam in de bakkerij komen werken.”
Geboren om in de winkel te staan?
“Ja dat denk ik wel. Dat vind ik het leukste om te doen. Ik ben een bezige bij, net als mijn ouders, die ook altijd hard hebben gewerkt. Niet piepen, maar doorgaan. Je ziet mij niet gauw met een boek op de bank zitten. En als dat wel zo is, dan moet je je zorgen gaan maken…”
Je hebt nooit meer wat anders gedaan.
“Nee, dat klopt. Toen ik een aantal jaren in de slagerij had gewerkt hoorde ik dat Paul en Mirjam iemand zochten voor in de winkel. Ik haalde mijn brood altijd al bij Paul en kende Mirjam uit Didam. Toen ik daar op gesprek kwam was ik eigenlijk meteen aangenomen. Ik deed de deur open en die klik was er meteen. Dat was het begin van een samenwerking die nu al bijna 25 jaar duurt.”
25 jaar… een bijzondere mijlpaal!
“Ja, die eerste werkdag was in 1996, moet je nagaan. Het is sowieso een speciaal jaar voor mij, want ik word ook nog eens 50. Ik denk al jaren na over een mooi feest om dat te vieren, maar ik vrees dat er dit jaar nog niet zoveel in zit. Al moet je hoop houden dat het in het najaar een stuk beter is.”
Heb je er nooit over getwijfeld om iets anders te doen?
“Ik zou liegen als ik zeg dat het niet zo was. Eigenlijk denk ik ieder jaar rond december weleens: wil ik dit nog wel? Het is dan zo druk en stressvol, dat is niet altijd even leuk. Maar als die maand eenmaal voorbij is en we hebben het met z’n allen weer geflikt, ja dat geeft zoveel energie dat je er weer voor de volle 100% tegenaan gaat.”
Over december gesproken… het afgelopen jaar voor ’t eerst geen volle markthal. Hoe was dat?
“Nee, vanwege de Corona had Paul een drive-in in de Markthal in Didam. Ik stond daar als enige achter de kassa voor de wandelaars en fietsers. De drive-in in ging super hoor, maar wel heel anders dan de gezellige volle markthal met muziek, 4 kassa’s en rijen vol mensen die we gewend waren. Dan was het rennen en vliegen, maar dan was ik altijd in topvorm. Dat was zo geweldig, hopelijk mogen we dat snel weer in de oude vorm organiseren.”
Behalve dat was het geen verkeerd jaar voor jullie.
“Nee, van de corona hebben wij weinig gemerkt. Het is alleen maar drukker geworden denk ik. Dat komt natuurlijk omdat mensen het nu graag thuis gezellig willen maken, met een lekker broodje of een taartje bij de koffie.
Tegelijkertijd is het een hard gelach voor ondernemers. Zeker hier in het dorp, dat vind ik wel heel erg. Er is ook zo weinig perspectief. Dan mogen wij ons zeer gelukkig prijzen en dat doen we ook.”
Als we dan toch aan het terugblikken zijn, wat is jou het meest bijgebleven uit de afgelopen 25 jaar?
“Poeh… zoveel leuke dingen. De nachtjes weg met het hele team naar Berlijn en Praag, dan hebben we zoveel lol met z’n allen. Maar ook de ‘Baas van het jaar’ verkiezing die Paul won. Dat was zo leuk. Ik kreeg toen een vragenlijst thuisgestuurd met vragen over Paul en de bakkerij. Maar ik wist niet dat Paul dezelfde vragen had gekregen. Toen ik Paul in de bakkerij sprak bleek dat we op alle vragen precies dezelfde antwoorden hadden gegeven. Daaruit blijkt denk ik wel hoe hecht we in al die jaren zijn geworden.”
Je hebt de bakkerij ook zien veranderen.
“Enorm ja. Ik stond vroeger op maandagmiddag alleen in de winkel, dat kan ik me nu niet meer voorstellen. De groei die de bakkerij heeft doorgemaakt is echt ongekend.
Maar ook veel vernieuwingen he, zoals de belegde broodjes. Ik weet nog goed dat we een hoekje in de winkel hadden met bonbons. Die moesten eruit van Paul. Het was tijd voor een corner met verse belegde broodjes. Ik dacht dat wordt niks, maar als je kijkt wat daar nu mee wordt omgezet, dat is gigantisch.
En het assortiment is natuurlijk gegroeid, we hebben zoveel verschillende broodjes, voor iedereen wat lekkers en voor iedere allergie wel een oplossing. En gelukkig ook een nieuw kassasysteem dat bestellingen van vaste klanten onthoudt en ons de mogelijkheid geeft om producten op te zoeken. Dit kunnen wij dan uitprinten met alle ingrediënten en aan de klanten meegeven. Dat is een supermooi systeem.”
En ook online stromen de bestellingen binnen…
“Ja, ook daarover heb ik me verbaasd. Ik zag dat niet zitten in het begin. We waren al zo druk, moet je dan wéér wat nieuws proberen? En al die extra klanten… je wil ze allemaal tevreden houden, dat is dan weer de uitdaging die ik zie. Maar dat is Paul hè, als hij iets wil dan gebeurt het wel en weet hij iedereen ervoor te enthousiasmeren. Dan doen we het met z’n allen. Dat is flink aanpoten en heel geconcentreerd werken, maar wel erg leuk. En je hebt die verandering ook wel nodig om het ergens 25 jaar uit te houden.”
Hoe blijf je nog iedere dag zo gefocust?
“Tja, dat gaat automatisch als je leuk werk hebt. En het zit ook wel een beetje in mij natuurlijk. Ik sta iedere dag op met de missie om onze klanten de beste beleving te bieden. Ik wil graag dat alles goed verloopt, dat alles er netjes uitziet. En ja, juist als het drukker wordt, zie ik daarin een uitdaging.
Nu er ook online zoveel bestellingen bij komen, is het de kunst om nauwkeurig te blijven werken. Met kerst hadden wij erg veel bestellingen die wij met 4 dames hebben klaargemaakt. Paul’s zus Ellen controleerde de bestellingen en gaf ons complimenten hoe weinig fouten er waren gemaakt. Dan denk ik: ja, dit is waar ik het voor doe.”
Hoe belangrijk zijn Paul, Mirjam en de rest van het team voor jou?
“Die zijn als familie voor mij. We hebben ook zo weinig verloop gehad in al die jaren. Een heel vast en hecht team. Mijn collega’s weten vaak meer van mij dan mijn broers. Je spreekt elkaar elke dag en vertelt elkaar dingen in vertrouwen die je aan niemand anders vertelt.
De kracht van dit team zit hem ook in de liefde voor de zaak. Als Paul en Mirjam op vakantie zijn, merken klanten dat niet. Alles draait gewoon door. Jaren geleden hadden Paul en Mirjam een keer een hele dag feest in Azewijn. Toen hoorden zij op dat feest dat wij de ramen aan het zemen waren. Toe wisten ze dat het goed was.”
Waaruit blijkt dat, dat het voelt als familie?
“Dat je alles met elkaar deelt. Het afgelopen jaar is mijn vader overleden na een kort ziektebed. Dat vond ik heel moeilijk. Maar tegelijkertijd ook fijn dat ik erover kon praten en het kon delen. Tijdens zijn ziek zijn ging ik in de pauze altijd naar mijn ouders toe. Als ik dan iets later was of een uurtje vrij wilde was dat geen probleem. Ik hoefde maar een appje te sturen en het was goed. Paul en Mirjam kenden mijn vader natuurlijk ook goed. Mijn vader heeft ooit nog de bakfiets van Paul gerepareerd.
Ach, je bent ook zo lang samen. Je weet alles van elkaar, wat je aan elkaar hebt. Ze weten precies hoe ik in elkaar zit. Als je me op mijn ziel trapt, dan raak je me. Ik hou van oprechtheid en oprechte mensen. Dat weten ze ook. Als we een conflict hebben, dan zeg ik altijd waar het op staat. Maar Paul doet dat ook. We zijn heel open en juist daarom zo’n sterk team.”
Dat team hoeft niet bang te zijn om jou kwijt te raken?
“Nee hoor. Ik moet wel lachen… we krijgen altijd een kraslot of staatslot in het kerstpakket. Dan zeg ik tegen Paul: misschien bel ik maandag wel op en vraag ik naar mevrouw Hetterscheid. Dan moet hij lachen en zegt hij: die werkt hier niet meer haha!
Maar ze weten wel: ook al win ik een miljoen, ik werk hier met alle liefde tot aan mijn pensioen!”